Ik popel om te zien […]

Ik popel om te zien […]
ik had een vriend […]
de reis is lang soms […]
voor jezelf zorgen is niet […]
Vandaag was ze jarig. Mijn nieuwe vriendin. Ik greep veelvuldig naar haar been en sloeg haar telefoon uit haar handen. Ik was handtastelijk, zoveel is duidelijk. Hoe lang ken ik haar nu? Een jaartje of twaalf. Liefde. Vertrouwen. Zo was er voor mij ook iets te vieren vandaag.
Er landde een schip […]
hij ziet me: ik stap uit bed. […]
Ik weet het. Ik kan het voelen. Dat is wat ze met ‘ik’ bedoelen. Iemand schreef dit moois. Het ging over mij. Bovenstaande foto gaat ook over mij. Mijn doel was ooit: foto’s leren maken van tijdschriftkwaliteit. Doel bereikt. Tijd voor een volgende stap op Het Pad Van Rijkdom.
In een huis. Van iemand anders. Zag ik op de kast deze foto. En ik dacht: ik wou dat ik die foto had gemaakt. En ik wist dat ik het zou kunnen. Ik heb het mooiste beroep van de wereld.